Een plank uit de tuin van de Singers In 1911 bouwen de Amerikaanse kunstenaar William Singer en zijn vrouw Anna de villa De Wilde Zwanen in het kunstenaarsdorp Laren. Een Goois landhuis met in de tuin een schildersatelier voor William. De tuin wordt ontworpen door een van de bekendste tuinarchitecten uit die tijd, L.A. Springer. In de tuin bevindt zich een capitool met aansluitend een kas. Voor Anna en William is de tuin een belangrijke plek. Ze ontvangen er gasten, geven concerten, William maakt er veel schilderijen en ze verzamelen er beelden van kunstenaars als Auguste Rodin.
Na het overlijden van William besluit Anna om De Wilde Zwanen, de tuin en de in der loop der jaren opgebouwde kunstcollectie te delen met het publiek. Aan de villa wordt een museum en concertzaal gebouwd. In 1956 is de opening van een uniek cultureel complex een feit. Zestig jaar na de opening blijkt het theater verouderd en niet meer aan
de eisen van de tijd te voldoen. Nieuwbouw is noodzakelijk. Om de bouw van het nieuwe theater te kunnen realiseren, moeten helaas een oude eik en een kastanjeboom gekapt worden.